Gedicht: Tussen geloof en ongeloof Gedicht: Tussen geloof en ongeloof
Niet altijd ben ik tot geloof in staat,
vaak dringt het leven zich tussen mij en mijn geloof;
geloven wordt onhaalbaar,
niet meer dan een onmogelijk verlangen.

Als ik geloof, zit ik vol met vragen en met twijfel,
maar als ik niet geloof, ben ik leeg en onvolledig
vanwege dezelfde vragen en dezelfde twijfel;
als ik geloof zeg ik tot mezelf: hoe kun je?
als ik niet geloof, zeg ik: hoe houd je het vol?

Als ik geloof, knaagt altijd het ongeloof;
geloof en ongeloof zijn een tweeling in mijn hart;
de een bestaat slechts samen met de ander.

Geloven-niet-geloven,
het is de manier waarop ik leven wil
steeds zal het er zijn in alles wat ik zeg en denk
in wat ik doe en ben;
mijn leven lang zal ik zoeken en vragen
naar betekenis en samenhang;
ik zal turen naar de horizon;
zo zal ik blijven geloven, ook als ik niet geloof.

Als iemand mij dan vraagt wat ik geloof,
dan ben ik even stil of misschien zelfs heel lang;
ik zoek naar woorden voor mijn hart en mijn verstand,
woorden, die mijn gedachten en gevoelens laten spreken,
woorden, die kunnen vertellen wat ik zelf nog niet begrijp,
maar waar ik altijd op zal blijven hopen,
woorden, als antwoord op mijn vragen:
wie ik ben, waarom ik leef;
waarheen ik ga als ik ooit sterf;
waarom er mensen zijn
en er een wereld is;
en of er toekomst is.

Tussen geloof en ongeloof
zoek ik naar dat ene woord
de kern van alles wat er is en wat ik ben;
tenslotte zeg ik dan eenvoudig dit:

ik weet niet of hij zo bestaat dat wij
in staat zijn hem te kennen;
slechts één ding weet ik heel erg zeker:
dat ik mijn leven lang zal blijven zoeken,
want wat is leven zonder huis en zonder onderdak.
wat is trekken zonder herberg, zonder horizon
wat is reizen zonder turen in de verte
wat is mens zijn zonder God.

Bij hem hoop ik ooit thuis te komen.

Henk Vijver

Geplaatst: 2 juni 2022
 
terug